Toscane krijgt bij al deze factoren een ruime voldoende. De glooiende heuvels bieden een ideaal uitzicht vanuit een vakantiehuis in Toscane. Het is er altijd mooi weer en Florence is natuurlijk de bakermat van de Renaissance. Hier woonde vroeger Leondardo da Vinci toen hij de Mona Lisa schilderde. En wat de gastronomie betreft kunnen we kort zijn: niets of niemand overtreft de Italiaanse keuken.
Mooie steden
Ook Siena is heel erg de moeite waard. Het centrale plein heeft de vorm van een schelp en wordt door Italianen zelf gezien als het mooiste plein van het land. De 12e eeuwse kathedraal aan dat plein is een heel bijzonder bouwwerk. Het moest eigenlijk de grootste kerk ter wereld worden, maar een pest-epidemie gooide roet in het eten en men moest zijn ambities bijstellen. En natuurlijk mag je scheve toren van Pisa niet missen. De musea in die steden zitten boordevol kunstschatten en geven een idee van hoe rijk die steden vroeger moeten zijn geweest. En natuurlijk zijn die lekkere Italiaanse terrasjes onweerstaanbaar: ’s ochtends een cappuccino en ’s avonds een lekkere maaltijd.
Toscaanse platteland
Ook heel leuk is een Agriturismo. Dit zijn vakantiehuisjes op een Italiaans landgoed, waardoor je het boerenleven van dichtbij mee kunt maken. Deze huisjes zijn van alle luxe voorzien en door hier te verblijven help je mee aan het voortbestaan van traditionele landbouwmethoden. De boer kan met de verhuur van die huisjes zijn verliezen compenseren (hij kan niet op tegen de industriële landbouwmethoden). Vaak heb je hier kookcursussen, waarbij je bijvoorbeeld zelf een lekkere ravioli leert maken.
